A Tale of A Tub

Pension Planning
JAY TAN
16 november, 2024 – 2 februari, 2025

Gastschrijver: DERICA SHIELDS

Pension Planning begint als een moeilijke ​​bergbeklimming en moddert terwijl voort over misverstanden rond macro-economie. De tentoonstelling is opgezet met de doe-het-zelf esthetiek van een middelbare school kunstklas, YouTube-video’s en bewegende kartonnen knutselobjecten. Het is een soort visuele slang, waarin het symbolische, heilige, stereotiepe, systematische en dwaze wordt samengevoegd tot een diorama van drie verdiepingen.

Deze beklimming, die letterlijk door de drie verdiepingen van ons gebouw gaat, brengt ons langs Tans pogingen om een ​​onhandig visueel en taalkundig lexicon samen te voegen. Terwijl de topografie zich ontvouwt, lopen verschillende culturele verwijzingen in elkaar over, variërend van verwarrende-dan-wel-racistische beelden, langverwachte tradities en bevestigende personages. De voortzetting en vervorming van nostalgie in de Aziatische diaspora is een intergenerationele dialoog die met tegenzin wordt vertaald door tweetalige neven en nichten - een ‘ornamentalistische’ [1], verzonnen, megalithische woordenlijst, vanuit de gedachte fake-it-till-you-make-it.

Op basis hiervan, binnen het sociale landschap van vergrijzende bevolkingen en landen die ‘oud worden voordat ze rijk worden’—waar staatsobligaties en beleggingsfondsen de vraag oproepen of ethische gemeenschappelijke welzijnsfondsen ooit konden of hebben bestaan—stelt deze tentoonstelling zich metaforisch de taak om te sparen voor je pensioen, een berg die vaak onmogelijk te beklimmen is. Vanuit de worsteling van hun eigen ouders om met pensioen te gaan, en gedwongen om als volwassene alleen tijd door te brengen in Maleisië—waar hun vader vandaan komt—probeert Tan vormen van voorouderverering en de verantwoordelijkheid van familiale plicht te begrijpen en te herzien. Vanuit de materiële realiteit van pensioenplanning, is deze intergenerationele dialoog (met zowel de levenden als de doden) niet alleen een manier om jezelf te definiëren, of een culturele investering, maar een echte noodzaak.

Met de uitdagingen van ouder worden en geld, terwijl je leert hoeveel werk voorouderverering kan zijn, schetst Pension Planning de spanning tussen financieel en spiritueel welzijn. Een spanning die voortkomt uit de realiteit van de diaspora, waarin je jezelf onhandig je eigen cultuur aanleert (vanuit iemand anders’ prioriteiten), met rituelen zowel uit het verleden als uit het heden—bijvoorbeeld een plechtig familiaal offer van de nieuwste Lexus-minibus.

[1] Anne Anlin Cheng, Ornamentalism (Oxford: Oxford University Press, 2018).

Biografieën

JAY TAN (1982) werkt als kunstenaar met sculptuur, performance, geluid en video. Met alledaagse huishoudelijke materialen en doe-het-zelf technieken—zoals knutseltechnieken met zelf ontwikkelde mechanica—creëert Tan werelden waarin culturele volkstaal zowel wordt bevraagd als herschreven. Decoratie als esthetisch puin. Door deze processen probeert hen erachter te komen hoe de geschiedenis van het Britse kolonialisme (specifiek in Maleisië) hun ouders bij elkaar bracht en hun wereldbeeld beïnvloedde. Tan werd geboren in Zuid-Londen en woont nu in Rotterdam. In 2010 behaalde hen een MFA aan het Piet Zwart Instituut, was in 2014/15 resident aan de Rijksakademie en geeft momenteel les aan de Master Artistic Research van de KABK in Den Haag en aan de Fine Arts afdeling van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.

DERICA SHIELDS is schrijver en editor in Londen. Vanuit verschillende disciplines focust ze op Zwarte esthetiek, culturen en kennisoverdracht. Haar mondelinge geschiedenisproject A Heavy Nonpresence verzamelt de verhalen van zeven Zwarte Londenaren over de Britse verzorgingsstaat en werd in 2021 uitgegeven door Triple Canopy. Ze was van 2022 tot 2023 artist-in-residence aan de Jan van Eyck Academie, waar ze ‘Given to Cottons and No Silk’ ontwikkelde, een tweekanaals video-installatie. Haar boek Bad Practice, dat de potentie van Zwart falen onderzoekt, verschijnt binnenkort bij Book Works.

Alternatieve Belang(en)
DERICA SHIELDS**

Misschien omdat ze mijn grote zus is en zou willen dat ik eindelijk leer sparen, of misschien omdat we afgelopen maanden steeds dezelfde €150 heen en weer hebben gestuurd, stelde kunstenaar Milktooth voor om een ​​pardna op te zetten. We hadden nooit eerder pardna georganiseerd, maar we wisten dat het goed werkt omdat een oudere generatie, nadat ze van Jamaica naar Groot-Brittannië verhuisden, geld bij elkaar legde met behulp van dit roterende spaarsysteem, om huizen te kopen en de kinderen die achterbleven te laten komen. Elke maand betaalden leden van de pardna hetzelfde bedrag aan de ‘bankier’ die het geld aan één lid uitkeerde. Dit ging zo door totdat elk lid een storting had ontvangen. Het eerste lid dat geld krijgt, ontvangt in feite een lening terwijl het laatste lid heeft gespaard.

Net als hungamento di sam, kalbas, kasmoni en susu is pardna een vorm van wederzijdse steun waarvan wordt aangenomen dat dit door tot slaaf gemaakte Afrikanen is meegenomen. Dit werd vervolgens aangepast aan hun omstandigheden in de plantage-economieën van Amerika, waar Europese kolonialen nog wredere vormen van bezit creëerden, zoals het heffen van hypotheek op land en slaven voor krediet. Na de afschaffing van de slavernij gebruikten sommige voormalige slaven soortgelijke regelingen om land te kopen. Een paar generaties later, toen West-Indiërs eind jaren ‘40 naar het Verenigd Koninkrijk kwamen, werden Zwarte mensen leningen geweigerd door dezelfde banken die waren opgericht om de Britse slaveneconomie krediet te verstrekken. En als ze deze oudere generatie toch een lening gaven rekenden ze woekerrentes. Ook deze migratiegroep keerde terug naar het pardna-systeem.

Milktooth en ik hadden moeite om een ​​groep mensen te vinden om pardna mee te op te zetten. Onze gemeenschap was te verdeeld, of geografisch en economisch te verschillend om vertrouwen op te bouwen. We neigden ook naar een rigide houding, terwijl flexibiliteit veel beter zou passen. En we moesten ons blijven afzetten tegen de onterechte kapitalistische aanname dat stabiliteit gelijkstaat aan betrouwbaarheid. Ik bracht ons nog op het verkeerde pad door van de pardna een get-rich-quick-plan te maken, om meer geld eruit te halen dan we erin stopten. Maar juist omdat we twijfelden of we onszelf en anderen wel konden vertrouwen, zagen we de pardna als een relationele technologie om het soort gemeenschap te creëren, versterken en verdiepen die we willen en nodig hebben.

MILKTOOTH: Was er een specifiek bedrag dat je wilde sparen, of iets waarvoor je spaart?

DERICA: Een aanbetaling voor een appartement en voor de kosten van de aanvraag van een kunstenaarsvisum. Ik zou ook graag een nieuwe winterjas willen [gelach]. Ik zoek gewoon een structuur om te sparen. Ik zou blij zijn als ik €500 kan sparen.

Ja, we kunnen klein beginnen.

Is dat klein?

Ik dacht aan €4000.

Wauw! Dan moeten we er andere mensen bij betrekken, want we komen nooit alleen aan €4000.

Wie?

Familie is geen garantie. Je kunt een Jamaicaanse oudere niet onder druk zetten om geld te geven [gelach]. Ik probeer karaktereigenschappen te bedenken.

Betrouwbaar?

Geloofwaardig, betrouwbaar, standvastig? Ik bedoel, ik ben zelf niet standvastig, daarom heb ik zoiets nodig.

Ja [gelach].

Ik haat het als je het eens bent met mijn zelfspot!

Ik heb het gevoel dat ik niemand goed genoeg ken. Snap je? Ik bouw niet snel hechte vriendschappen op met mensen. Ik heb een heel klein groepje. We moeten erop vertrouwen dat mensen betrokken blijven en geld blijven inleggen nadat ze zijn uitbetaald. Want de motivatie verdwijnt nadat het gestort is.

Daarom zou ik als laatste uitbetaald moeten krijgen [gelach]. Wat als het koppels zijn? Iedereen draagt ​​apart bij, maar één van de twee ontvangt aan het begin en de ander aan het einde.

Ohhh, dus dan is de verantwoording er nog steeds. Maar als ze getrouwd zijn, zou één huishouden dubbel bijdragen, omdat ze als individu deelnemen…

Ik bedoel niet per se koppels zoals echtgenoten, maar mensen met hechte relaties: broers en zussen, vrienden, huisgenoten. Als jij bijvoorbeeld aan het begin van een pardna staat en ik aan het einde, zou ik erop vertrouwen dat je blijft betalen, omdat ik je zus ben. We zijn afhankelijk van die relaties.

Misschien is het een goed idee als mensen garant staan, als back-up. Of we stellen een contract op?

Maar dan wordt het precies wat ik niet leuk vind aan Nederland, waar je voor het vinden van een huis of een studio ​​aan een commissie van zes mensen je portfolio moet laten zien. Hoe zorgen we ervoor dat relaties hierdoor groeien, in plaats van dat ze transactioneel blijven? Als we mensen bij elkaar brengen van onze leeftijd en in vergelijkbare omstandigheden, freelancers met meerdere banen, kunnen we flexibel zijn, waardoor iedereen de toezeggingen na kan komen. Stel dat we in januari geen pardna doen omdat Britse freelancers in januari belasting moeten betalen?

Oké…

Of één pardna-lidmaatschap kan door twee mensen worden gebruikt, die om de beurt betalen om de druk te verlichten, als dat nodig is. Misschien doen freelancers het samen met iemand met een vast salaris.

Oooh! Dan verdelen ze de uitbetaling, of ze berekenen welk percentage ieder krijgt. Ik vind het goed als mensen met een vast salaris een stel vormen met freelancers om ze zo te ondersteunen. Ben je voor of tegen een contract?

Ik ben voor een overeenkomst die we samen creëren. Ik ben tegen een contract gebaseerd op wetgeving.

Ik snap het. Als groep beslissen we wanneer iemand een noodstorting krijgt, in plaats van ‘je doet niet wat je hebt beloofd, dus stappen we naar de rechter.’ Mooi.

Dus we hebben nu twee soorten koppels. Het eerste type zijn twee individuele leden die twee uitbetalingen krijgen: één aan het begin en de andere tegen het einde. Het tweede type deelt één lidmaatschap en ze ontvangen één uitbetaling; de freelancer en iemand met een vast salaris.

De koppels kunnen bestaan ​​uit iemand die we goed kennen en iemand die we niet kennen. We krijgen zo ook meer mensen in de pardna die we nog niet kennen.

We hebben een noodfonds nodig. De overdracht van de eerste maand kan bij de bankier zijn. Iedereen stort en de bankier houdt het vast totdat de hele pardna voorbij is.

Dus een borg? [gelach] Maar dan lopen we het risico de borg kwijt te raken. Ik denk dat hier het vertrouwen belangrijk is. Want de een huilt misschien om iets waar een ander van zegt: ‘kom op, word volwassen.’ We moeten overleggen wat in aanmerking komt voor gebruik van het noodfonds.

Alles wat een plotseling verlies van inkomen of arbeidsvermogen tot gevolg heeft. Maar de structuur met de koppels kan helpen, want als je in week vijf een ingrijpende gebeurtenis hebt, maar je krijgt in week acht geld…

Dan kun je wachten.

[Gelach] Dit brengt echt de innerlijke bewaker naar boven!

Echt, ik ben echt een fucking gevangenisbewaker! Grapje. Onvoorziene omstandigheden zijn rouw, baanverlies, een relatiebreuk, een levensveranderende ziekte of een gezondheidscrisis. Wacht, ik vergat dat mensen meestal betalen om aan de pardna mee te doen.

En dat is het noodfonds?

Dat is waarschijnlijk het noodfonds!

S*an [D. Henry Smith] adviseert om elke maand een deel van de uitbetaling onder de leden te verdelen. Dus als de uitbetaling €1000 is, krijgt één lid €800 en de rest verdeelt de resterende €200. Iedereen krijgt ‘een beetje zakgeld’.

Dit is iets dat we ook als groep kunnen bespreken, want we hebben allemaal iets te verliezen als iemand afhaakt. Misschien gaan de mensen die het meest betrouwbaar zijn als eerste. Maar dat kunnen we niet hardop zeggen.

Het aantrekkelijke van de pardna is dat je niet gestraft wordt voor instabiliteit in een systeem zonder bestaanszekerheid, bijvoorbeeld vanwege kredietbeoordeling. Iemand die op papier instabiel is, heeft misschien de eerste lening nodig om een ​​schuld af te betalen waar rente over wordt betaald. Dat betekent niet dat ze de pardna zullen verlaten. De aanname dat mensen met een wisselend inkomen hun belofte sneller breken, is een van de dingen waar we tegenin moeten gaan.

Als we allemaal weten waarvoor we sparen, kunnen we er ook gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn dat iedereen de doelen bereikt. Jij krijgt in juni gestort omdat het je verjaardag is. Ik krijg in oktober uitbetaald omdat mijn arbeidscontract afloopt. Als je van sparen een gewoonte wilt maken, is dit een structuur die je kan helpen, waarin we elkaar kunnen motiveren. Het maakt niet uit waarvoor je spaart. Misschien veroordeel ik je stiekem [gelach], maar dat betekent niet dat we elkaar niet helpen.